Leerlingen uit de brugklas en uit de tweede klassen van het VMBO meer bewust maken van de gevaren van verkeersdeelname. Jongeren gaan aan de hand van een ‘case’ actief aan de slag om de toedracht van een verkeersongeval in kaart te brengen.
Beoordeling
1. Keuze van te beïnvloeden gedrag | ★★★ |
2. Keuze van de doelgroep | ★★★★★ |
3. Het formuleren van leerdoelen | ★★★★ |
4. Didactische uitgangspunten | ★★★★★ |
5. Inhoud en vormgeving | ★★★★★ |
6. Toetsing en evaluatie in programma | ★ |
7. Handleiding en draaiboek | ★★★★★ |
8. Implementatie van het programma | ★★★★ |
9. Procesevaluatie / gebruikerservaringen | ★ |
10. Kwaliteit van de effectmeting* | ★ |
N.B. Er zijn maximaal vijf sterren per onderdeel te behalen.
*De kwaliteit van de effectmeting velt geen oordeel over het effect van het product
Praktische informatie
Contactgegevens: Martin Ooijevaar, 0299 783400
Kosten: Prijs op aanvraag
Verschijningsvorm
Project in de klas van circa 3 uur, een huiswerkopdracht én een mentorles waarin de huiswerkopdracht wordt besproken.
Korte karakteristiek
De lesmethode is gebaseerd op rechercheonderzoeken zoals te zien in televisieseries als ‘Crime Scene Investigation’ en ‘Law & Order’. In het project wordt een ‘crash scene’ nagebouwd. Het ongeval wordt kort geïntroduceerd door de projectbegeleider door middel van een film. Vervolgens gaan de leerlingen in zogenaamde rechercheteams aan de hand van werkbladen en de website aan de slag met verschillende bewijsstukken. Er wordt voertuigonderzoek gedaan, de verkeerssituatie ter plaatse wordt in kaart gebracht en getuigen worden gehoord.
Op deze manier wordt getracht de leerlingen te interesseren en te motiveren om vanuit hun eigen nieuwsgierigheid aan de slag te gaan met het onderwerp verkeersveiligheid. Aan het einde van het project presenteren de teams hun resultaten en wordt er gesproken over het voorkomen van ongevallen. Als afsluiting wordt een film vertoond met de ware toedracht van het ongeval.
Methodiek
Door de leerlingen op een objectieve manier over verkeersdeelname te laten nadenken, wordt getracht het risicobewustzijn te vergroten. In deze specifieke invulling van de lesmethode wordt de aandacht gevestigd op een aantal soorten risicogedrag. Aan bod komen onder andere: muziek luisteren in het verkeer, voertuigonderhoud, omgevingsbewustzijn en algemene gevaarherkenning. Tijdens het project beantwoorden de leerlingen vragen die ze helpen de toedracht van een verkeersongeval te achterhalen.
Daarnaast zijn er gedurende het project regelmatig reflectievragen opgenomen, waarbij de leerlingen moeten reflecteren op hun eigen verkeersgedrag. Een aantal opdrachten zijn zo opgezet dat de leerlingen zelf moeten ervaren wat de gevolgen zijn van bepaalde keuzen; omgeving waarnemen met en zonder muziek te luisteren en zelf kijken en voelen wat er wel of niet goed is aan de fiets, De onderdelen van het project zijn zo ontwikkeld, dat de leerlingen individueel en in groepjes reflecteren op hun gedrag in het verkeer. Aan het einde van het project krijgen de leerlingen een huiswerkopdracht. Hierin wordt gevraagd naar gevaarlijke situaties die leerlingen in de route naar school tegenkomen. Ook wordt er teruggekeken op het project en gevraagd of zij zich naar aanleiding van het project anders gedragen in het verkeer. Deze huiswerkopdracht wordt later tijdens een mentorles besproken met de klas.
Inzet en gebruiksvoorwaarden
Voor de uitvoering van het project is ongeveer drie uur nodig. Aan het begin worden de klas in 4 groepen van circa 6 personen ingedeeld. Deze groepjes zijn als rechercheteam samen verantwoordelijk voor het oplossen van de ‘case’. Tijdens het onderzoeken van het ongeval zijn de groepjes met verschillende opdrachten bezig. Na verloop van tijd wisselen de groepjes van opdracht. De taak van de docent is om, samen met de begeleider, ervoor te zorgen dat de groepjes goed en serieus aan de slag gaan en blijven. Voor de uitvoering van het project is een docentenhandleiding beschikbaar. In een introductiebijeenkomst worden docenten vooraf geïnformeerd over de doelen en de werkwijze van het project, de rol van de docent en de huiswerkopdracht.
Aanvullende informatie
Evaluatieonderzoek
Er is geen onderzoek gedaan naar de effecten van het project.