Go MONO

Go MONO is een voorlichtingsproject waar voorlichtingsmedewerkers jongeren aanspreken en in gesprek gaan over smartphonegebruik in het verkeer. Het doel van Go MONO is het gebruik van smartphones onder fietsers terug te dringen, waardoor zij veilig deelnemen aan het verkeer. Go MONO bewerkstelligt dit doel door enerzijds samen met jongeren de sociale norm te communiceren dat “MONO” zijn in het verkeer normaal is en door anderzijds de jongeren handelingsalternatieven en een tool te geven om deze gedragsverandering te realiseren.

Beoordeling

1. Keuze van te beïnvloeden gedrag★★★★★
2. Keuze van de doelgroep★★★★★
3. Het formuleren van leerdoelen★★★★★
4. Didactische uitgangspunten★★★★★
5. Inhoud en vormgeving★★★★★
6. Toetsing en evaluatie in programma★★★★★
7. Handleiding en draaiboek★★★★★
8. Implementatie van het programma★★★★★
9. Procesevaluatie / gebruikerservaringen★★★★★
10. Kwaliteit van de effectmeting*★★★★★

N.b. Er zijn maximaal vijf sterren per onderdeel te behalen.
*De kwaliteit van de effectmeting velt geen oordeel over het effect van het product

Lees hier de uitleg over het toetsoordeel van deze interventie.

Praktische informatie

Contactgegevens: Geke van der Veen, 030-2232893, geke@teamalert.nl
Kosten: Prijs op aanvraag

Verschijningsvorm

Go MONO is een voorlichtingsproject waar voorlichtingsmedewerkers jongeren aanspreken en in gesprek gaan over smartphonegebruik in het verkeer. Het project vindt plaats op scholen, open evenementen, kermissen, stapgelegenheden en binnensteden. Het project is geschikt voor jongeren van 12 tot en met 24 jaar. Het is mogelijk het project te richten op het vervoersmiddel ‘fiets’ en ‘auto’, afhankelijk van de doelgroep.

Korte karakteristiek

Jongeren worden tijdens Go MONO aangesproken door voorlichtingsmedewerkers van TeamAlert en gaan in gesprek over smartphonegebruik in het verkeer. Centraal in Go MONO staat de ‘dilemmakast’, een handige tool met grappige, originele en morele dilemma’s over afleiding in het verkeer. Door deze voor te leggen aan de jongeren en hierover het gesprek aan te gaan wordt de sociale norm neergezet: het is normaal om MONO te fietsen/rijden. Om de effectiviteit van de norm te vergroten, laat een grote teller zien hoeveel jongeren MONO fietsen/rijden, deze is aangepast aan de locatie [Bunnik rijdt MONO. Jij toch ook?].

Methodiek

Het doel van Go MONO is het gebruik van smartphones onder fietsers terug te dringen, waardoor zij veilig deelnemen aan het verkeer. Go MONO bewerkstelligt dit doel door enerzijds samen met jongeren de sociale norm te communiceren dat “MONO” zijn in het verkeer normaal is en door anderzijds de jongeren een handelingsperspectief en tool te geven om deze gedragsverandering te realiseren. Go MONO is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  1. Gespreksstarter en Introductie: Omdat de interventie plaatsvindt in de publieke ruimte worden de medewerkers getraind in het starten van het gesprek. Zo worden jongeren gemotiveerd om deel te nemen aan de interventie. Als de jongeren in gesprek zijn, vindt er een korte uitleg over TeamAlert plaats, gevolgd door enkele laagdrempelige vragen om de verkeerscontext van de doelgroep in kaart te brengen. Zo wordt in kaart gebracht van welk(e) vervoersmiddel(en) de jongeren gebruik maken en hoe zij denken over de thema’s verkeersveiligheid en afleiding in het verkeer. Daarna volgt de uitleg over het project.
  2. Ervaringselement – Stap Op: Tijdens dit onderdeel ervaren de jongeren in een veilige setting hoe het is om verkeersonveilig gedrag te vertonen en wat de gevolgen hiervan zijn. Dit wordt gedaan door middel van een ervaringselement. De jongeren bekijken een filmpje vanuit een verkeersdeelnemer. Tijdens het filmpje wordt aan de jongeren gevraagd om een code in te toetsen en te controleren op uitgedeelde rekenmachines. De focus op de code en de rekenmachine heeft als gevolg dat de jongeren een aantal voorwerpen in de film niet zien. Zij kunnen deze na het bekijken van de film ook niet benoemen. Het filmpje wordt vervolgens herhaald zonder extra opdrachten, waardoor de jongeren zelf ervaren wat zij gemist hebben terwijl ze met de rekenmachine bezig waren. In de nabespreking trekken de jongeren zelf de conclusie dat het onmogelijk is om zowel op te letten in het verkeer als iets in te toetsen of te lezen. De link met appen in het verkeer wordt gelegd. Samen met de jongeren worden handelingsalternatieven geformuleerd, zoals even langs de kant van de weg stoppen om te appen of het uitzetten van je internet of telefoon tijdens een rit. Door ‘Stap op!’ ervaren de jongeren de grenzen van hun eigen kunnen, waardoor zij smartphonegebruik in het verkeer als risicovoller gaan zien. Doordat zij de ervaring zélf mee maken is de motivatie om de focus voortaan op de weg te houden sterk. 
  3. Dilemma’s: Tijdens dit onderdeel krijgen de jongeren dilemma’s voorgelegd rond smartphonegebruik in het verkeer. Er zijn dilemma’s die altijd uit twee veilige opties bestaan, waardoor het gewenste gedrag “MONO rijden” wordt gestimuleerd. Daarnaast zijn er ook dilemma’s waarbij naast een veilige ook een onveilige optie wordt gegeven. Dit is bedoeld om de groepsdruk in kaart te brengen. Vaak is namelijk de onveilige optie het meest aantrekkelijk in groepsverband. In de nabespreking van de keuzes wordt gekeken of deze verschilt van de keuze van de jongere zonder groepsdruk. De jongeren beargumenteren samen, onder begeleiding van een voorlichtingsmedewerker, waarom zij voor één van de twee opties hebben gekozen en waarom de veilige optie “MONO rijden” (eigenlijk) de beste keuze is. Hierbij wordt het gedragsmechanisme self persuasion gebruikt. De argumenten voor “MONO rijden” worden benadrukt, argumenten tegen worden vermeden. Op deze wijze ontstaan er een positieve houding en norm in de groep gericht op het “MONO rijden”.
  4. Deal: De deelnemende jongeren dragen bij aan het uitdragen van de sociale norm “MONO rijden is ongestoord onderweg zijn” door aan een draaischijf te draaien waardoor de teller omhoog gaat bij het uithangbord. De teller staat voor het aantal jongeren die zich aan de sociale norm: “X jongeren uit [plaatsnaam] rijden MONO” conformeren. Door aan de draaischijf te draaien committeren de jongeren zich aan de norm waardoor ze impliciet een belofte aangaan.
  5. Quiz: Het kennisniveau van de jongeren wordt verhoogd door het beantwoorden en bespreken van de quizvragen over de gevolgen van smartphonegebruik in het verkeer. Op het eind van de quiz wordt aan de jongeren gevraagd om de smartphone in “niet-storen” stand te zetten en een implementatie-intentie te formuleren gericht op het instellen van de “niet-storen” stand bij de persoon die hen het meeste onderweg stoort. Een implementatie-intentie is een concreet voornemen wat in een concrete situatie wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld: “Als ik thuis kom vanavond en ik zie mijn moeder dan vraag ik naar haar telefoon en zet ik deze op niet-storen stand.” Op deze manier wordt de sociale omgeving van de jongere actief betrokken bij de interventie door de jongere zelf.

Inzetbaarheid & gebruiksvoorwaarde

Per uitvoering tracht TeamAlert minimaal 250 jongeren te bereiken. Een uitvoering duurt (incl. op- en afbouwtijd van 45 min) 5,5 uur. TeamAlert verzorgt het project van begin tot einde en voert na afloop een evaluatie uit.

Aanvullende informatie

Evaluatieonderzoek

Effect- en evaluatieonderzoeken van TeamAlert zijn altijd uitgevoerd naar de richtlijnen van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). De SWOV ondersteunt TeamAlert bij het opzetten en uitvoeren van haar effectonderzoek, door een onafhankelijk kwaliteitscontrole uit te voeren over de gehanteerde werkwijze binnen deze onderzoeken.

Waarderingsonderzoek onder deelnemers aan Go MONO-fiets toont aan dat zij positief zijn over het project en het een gemiddelde 7,7 geven. Ook de medewerkers worden positief beoordeeld met het cijfer 8,2. Waarderingsonderzoek onder deelnemers aan Go MONO-auto toont aan dat zij zeer positief zijn over het project en het een gemiddelde 9,2 geven. Ook de medewerkers worden positief beoordeeld met het cijfer 9,4. Tevens gaf de meerderheid van de jongeren aan dat ze het project Go MONO een goede manier vinden om het onderwerp verkeersveiligheid onder de aandacht te brengen (fiets: 83%, auto: 92%). Uit effectonderzoek van TeamAlert blijkt dat Go MONO positief effect heeft op de kennis van leerlingen ten aanzien van afleiding in het verkeer en verkeersveiligheid.

Gegevens van deze publicatie
Uitgever
TeamAlert
Doelgroep
12-16 jaar, 16-25 jaar
Schooltype
Voortgezet onderwijs, Beroepsonderwijs
Onderwerp
Afleiding, Gevaarlijk gedrag, Voertuigvaardigheid
Vervoerswijze
Auto, Fiets, Scooter of bromfiets