Verkeer in Uitvoering

Verkeer in Uitvoering is een digitale lesbrief voor de eerste twee klassen van het voortgezet onderwijs. Fietsers zijn kwetsbare verkeersdeelnemers. Jongeren die naar het voortgezet onderwijs gaan, gaan veelal fietsend naar school. Ze komen meer dan ooit in aanraking met het verkeer. Wanneer de leerlingen in de eerste klas van het voortgezet onderwijs komen, krijgen ze geen verkeersles meer. Binnen het voortgezet onderwijs behoren de verkeerslessen geïntegreerd te zijn binnen de verschillende vakken, maar er bestaat nauwelijks een wettelijke noodzaak om verkeerseducatie te geven en niet elke docent voelt zich hier verantwoordelijk voor. Dit project is ontwikkeld voor de leerlingen de eerste en tweede klas van het voortgezet onderwijs in de stromingen VMBO PRO, VMBO kader/TL en HAVO/VWO.

Beoordeling

1. Keuze van te beïnvloeden gedrag★★★★★
2. Keuze van de doelgroep★★★★★
3. Het formuleren van leerdoelen★★★★★
4. Didactische uitgangspunten★★★★★
5. Inhoud en vormgeving★★★★★
6. Toetsing en evaluatie in programma★★★★★
7. Handleiding en draaiboek★★★★★
8. Implementatie van het programma★★★★★
9. Procesevaluatie / gebruikerservaringen★★★★★
10.Kwaliteit van de effectmeting*★★★★

N.b. Er zijn maximaal vijf sterren per onderdeel te behalen.
*De kwaliteit van de effectmeting velt geen oordeel over het effect van het product

Uitleg over het toetsoordeel van deze interventie.

Praktische informatie

Contactgegevens: Geralda Vrieling, 06-10505692, info@contact-onderwijsadviesbureau.nl &
Henk Koop, 06-53768832, info@koop-co.nl  
Kosten: Prijs op aanvraag

Verschijningsvorm

Verkeer in uitvoering zijn digitale lesbrieven voor de eerste twee klassen van het voortgezet onderwijs.
Het project bestaat uit digitale lesbrieven welke de eigen docent op elk gewenst moment in de klas kan uitvoeren, een docentenhandleiding, toetsing en resultaatmeting. Het project wordt ingeleid tijdens een implementatiegesprek en gedurende de uitvoering op afstand gevolgd.

Korte karakteristiek

Het project is een digitale lesmethode en bestaat uit een aantal onderdelen/thema’s die ingepast zijn in reguliere lessen, zoals wiskunde, natuurkunde, techniek, mentorles of lichamelijke opvoeding. De lesbrieven zijn ontwikkeld voor de niveau’s VMBO PRO, VMBO kader/TL en HAVO/VWO.

Docenten en leerlingen krijgen een eigen inlogcode. Docenten kunnen in hun account alle informatie voor de lessen vinden, gemaakte opdrachten nakijken en de voortgang controleren. Voor docenten is er ook een handleiding beschikbaar. Tijdens de les zorgt de docent eerst voor het overbrengen van kennis. Daarna treed hij/zij op als coach bij de (praktijk)opdrachten. Leerlingen kunnen in hun account lesstof tot zich nemen, opdrachten maken, uitvoeren en beantwoorden en de effectmetingen invullen.  Tijdens de uitvoering van het project is er een helpdesk beschikbaar voor docenten die vragen kan beantwoorden of indien gewenst extra informatie aan kan leveren. Nadat de leerlingen alle opdrachten en effectmetingen hebben uitgevoerd en de docent de opdrachten heeft beoordeeld kunnen de resultaten afgelezen worden. Daar wordt een rapportage van gemaakt welke wordt aangeboden aan de school. Deze rapportage wordt ook gebruikt als resultaatmeting.  

Methodiek

De hoofddoelstellingen van deze lessen zijn:

  • doorgaande leerlijn van verkeerslessen in alle verschillende stromingen binnen het  voortgezet onderwijs door integratie van verkeersonderwerpen in de verschillende vakgebieden;
  • leerlingen uit de doelgroep van 12-13-14 jaar hun geleerde basis(verkeers)kennis beter leren toe te passen in het verkeer;
  • Leerlingen het geleerde in de praktijk toe laten passen;
  • Leerlingen motiveren om leeftijdsgenoten aan te spreken op onveilig verkeersgedrag.

 Om deze hoofddoelstellingen te bereiken worden de volgende leerdoelen gesteld:

  • Een leerling moet op een les minstens het cijfer 7 halen op een schaal van 1 tot 10;
  • Een leerling weet aan het eind van de lessenserie hoe hij goed zichtbaar is in het verkeer als fietser of voetganger en heeft een praktijkonderzoek gedaan naar zichtbaarheid van kleding;
  • Een leerling kent aan het eind van de lessenserie het belang van goede verlichting en reflectie op de fiets;
  • Een leerling kent aan het eind van de lessenserie het verschil van zichtbaarheid tussen donkere, heldere en reflecterende kleding in het verkeer;
  • Een leerling weet aan het eind van de lessenserie waar een goede fiets aan moet voldoen en heeft zijn fiets aan een fietskeuring onderworpen;
  • Een leerling weet aan het eind van de lessenserie wat de remweg is van verschillende voertuigen (auto en fiets) en dat deze is opgebouwd uit reactietijd, snelheid en remvertraging;
  • Een leerling kan aan het eind van de lessenserie geluid in het verkeer lokaliseren en heeft dit ondervonden middels een praktijkopdracht;
  • Een leerling weet aan het eind van de lessenserie dat bellen of ander telefoongebruik afleidt in het verkeer en heeft dit ondervonden middels een praktijkopdracht;
  • Een leerling kent aan het eind van de lessenserie het risico van muziek luisteren op de fiets of als voetganger en heeft dit ondervonden middels een praktijkopdracht;
  • Een leerling heeft verkeerslessen gevolgd binnen de vakken wiskunde, natuurkunde, techniek, mentorles of gym;
  • Een leerling heeft vak-gerelateerde onderwerpen zowel theoretisch als praktisch toegepast binnen het thema verkeer;
  • Een leerling kent aan het eind van de lessenserie handreikingen om met betrekking tot zichtbaarheid, remweg en afleiding zich veiliger in het verkeer te gedragen, weet deze toe te passen en wordt gemotiveerd deze kennis toe te passen;
  • Een leerling heeft tijdens de lessenserie in de praktijk geoefend en gezien wat de remweg van een fiets en een auto is;
  • Leerlingen bespreken tijdens de lessenserie de praktische opdrachten met elkaar en spreken daardoor elkaar aan op verkeersonveilig gedrag;
  • De leerlingen zijn aan het eind van de lessenserie bereid hun gedrag aan te passen;
  • Aan het eind van de lessenserie hebben de leerlingen meer verkeerskennis en –kunde en kunnen dit toepassen in de praktijk. 

Inzetbaarheid en gebruiksvoorwaarden

Duur van de les en afspraken met scholen

Plannings/boekingsproces: Er wordt scholen op verzoek informatiemateriaal toegestuurd.  Bij belangstelling wordt een datum voor een implementatiegesprek gepland. Deze wordt bevestigd per email. Tijdens het implementatiegesprek wordt het lesprogramma gedemonstreerd aan de desbetreffende docenten. Van deze docenten wordt gevraagd om hun leerlinglijsten per email te verstrekken. Daarmee worden inloggegevens voor de lesbrieven toegewezen.

Uitvoering: Zodra de inloggegevens aangemaakt zijn worden deze aan de school verstrekt per email. Vanaf dat moment kunnen de docenten van de verschillende vakken de theorielessen en praktijkopdrachten verspreid over het jaar geven. De digitale lesmethode wordt in verschillende werkvormen aangeboden (klassikaal, coöperatief, groepsgewijs). De docent bied bij sommige onderdelen eerst de theoretische lesstof aan waarna de leerlingen overgaan tot de zelfstandige verwerking van de opdrachten in de genoemde werkvormen. De lessen worden ondersteund door multimedia. Bij andere onderdelen gaan leerlingen direct over tot zelfstandige verwerking. Indien docenten of leerlingen vragen hebben, kunnen ze gedurende het jaar contact opnemen met de helpdesk. Docenten kunnen voortgang en resultaten van de leerlingen online monitoren en Contact onderwijsadviesbureau controleert regelmatig de voortgang van de inzet van lessen. Wanneer blijkt dat scholen nog niet optimaal gebruik maken van de verschillende lessen nemen we contact op met de desbetreffende school. Buiten dat is er halverwege het schooljaar een contactmoment om de voortgang te bespreken.

De school dient te zorgen voor:
-implementatiegesprek met docenten
-beschikbaar stellen van computers, tablets o.i.d. voor uitvoering van de lessen
-ruimte bieden in het bestaande lesprogramma.

Aanvullende informatie

Evaluatieonderzoek

Evaluatie en effectmeting: Zowel voor als na de voorstelling krijgen de leerlingen via een online tool vragen over hun kennis van en gedrag in het verkeer. Op deze manier wordt op een wetenschappelijke manier de verandering in kennis en gedrag gemeten die deze voorstelling te weeg heeft gebracht. Nadat alle lessen en effectmetingen zijn uitgevoerd worden de resultaten in een rapport verwerkt. Daaruit blijkt of de doelstellingen behaald zijn. Dit rapport wordt aan de opdrachtgever en/of de school verstrekt.
Op basis van de effectmetingen wordt door een onderzoek met een controlegroep die de lessen niet gevolgd hebben gemeten wat het effect is van Verkeer in uitvoering. Als door dit onderzoek aan het licht komt dat er op bepaalde onderdelen weinig tot geen effect geconstateerd wordt, wordt het project aangepast.
Jaarlijks vindt er een toetsing plaats van het project aan de actuele regelgeving en de gedragswetenschappelijke inzichten. Het project zal aangepast worden als de omstandigheden daarom vragen.

Samenvatting

Verkeer in Uitvoering richt zich op het vergroten van kennis en ervaring om het risicogedrag bij  jongeren duidelijk te maken en daardoor te veranderen. Daarnaast richt het zich op een doorgaande leerlijn voor het voortgezet onderwijs. Eerste en tweedejaars leerlingen van het voortgezet onderwijs maken een grote verandering door wanneer ze de vertrouwde basisschool verlaten voor het voortgezet onderwijs. Veelal moeten ze verder fietsen, staan ze er, in het verkeer, vaker alleen voor en moeten ze keuzes maken in lastige verkeerssituaties. Het toepassen van geleerde verkeersregels in de praktijk vinden ze vaak nog lastig. Een jonge adolescent is een kwetsbare verkeerskeelnemer. Onderzoek laat zien dat het vermogen tot logisch redeneren al vroeg volgroeid is. Veel pubers  kennen de risico’s in het verkeer en meestal overschatten ze deze zelfs. Ook aan cognitieve vaardigheden om een beslissing te nemen in het verkeer ontbreekt het eigenlijk niet. Maar toch laten ze risicogedrag zien, bijvoorbeeld om er bij te horen of omdat ze eerst iets moeten beredeneren, voordat ze tot actie overgaan. Het is daarom van groot belang om verkeer met enige regelmaat terug te laten komen in het voortgezet onderwijs. Maar op de meeste voortgezet onderwijs scholen is geen verkeersmethode aanwezig waarmee docenten kunnen werken. 
Door verkeerseducatie als doorgaande leerlijn aan te bieden op het voortgezet onderwijs krijgen de jongeren herhaling van het geleerde en misschien wel het aandragen van nieuwe regels/afspraken zodat ze dit in hun geheugen op kunnen slaan en er iets mee kunnen gaan doen. Onderzoek wijst uit dat heftige beelden niet meteen het gedrag laten veranderen. Door jongeren voortdurend in verschillende situaties na te laten denken over hetzelfde onderwerp kan wel gedragsverandering optreden. Deze lesmethode sluit aan bij hun leefwereld, is herkenbaar is voor hen en ze kunnen zich er in vinden. Hierdoor worden ze bereid om hun gedrag te veranderen (zij het bewust of doordat ze door herhaling van het onderwijs de juiste kennis goed kunnen toepassen in de verschillende verkeerssituaties).

Gegevens van deze publicatie
Uitgever
Contact Onderwijsadviesbureau en Koop & Co
Doelgroep
12-16 jaar
Schooltype
Voortgezet onderwijs
Onderwerp
Dagelijkse routes
Vervoerswijze
Fiets, Scooter of bromfiets, Voetganger
Regio
Landelijk